KATTENBELLETJE
Bij het binnenkomen in de woonkamer trof ik een blanke vloer, dat wil zeggen “vrij van goederen”, en twee slapende poezenzusters aan. Juul en Fien lagen zich van geen kwaad bewust ieder op een eigen kussen. Een vredig tafereel. Er heerste diepe rust en doodse stilte. Wat een contrast met de geluiden die vannacht tot de eerste verdieping doordrongen. Lotjes jubelklanken, die niet onderdeden voor de virtuoze hobo melodieën in Händel “The Arrival of the Queen of Sheba”. Voor de duidelijkheid, dit muziekstuk smaakt wel naar meer maar heeft met kattenvoeding niets van doen, hadden mij iets heel anders doen vermoeden. Een aanzienlijke nachtvangst of op z’n minst een deel van de witte was die in de bijkeuken klaarlag voor vandaag. Maar nee. Geen spullen én geen Lotje. Rustig zou je denken. Weliswaar lag er niets in de kamer, ik had toch duidelijk gehoord dat er meerdere trofeeën waren binnengebracht. En als die niet in de kamer lagen, waar waren ze dan?

Nu wil het geval dat Lotje gisteren in de middag al besloot een klein rondje te maken. Het resultaat was niet overweldigend, een tuinhandschoen en twee mondkapjes. De drukkende warmte maakte het slepen uiterst vermoeiend en zo lag zij gisterenmiddag om 17.00 uur al volledig uitgeteld op de tuinbank tussen de twee mondkapjes en de handschoen. Een pláátje. Waarschijnlijk was er na de middagtocht niet zo veel meer over voor de nachtelijke ronde want ook in de tuin trof ik niet veel aan. Toen viel mijn oog op een rood velletje papier. Het had duidelijk een flinke reis gemaakt. Bij het oprapen van het doorweekte papier zag ik nog vanuit mijn ooghoeken onder de tuintafel de andere handschoen en een bergje mondkapjes liggen.
Het rode papier bleek een briefje te zijn van Jannes en Wietske. Zij waren, zo las ik, op 9 juli bij vrienden langsgegaan toen ze voor de reparatie van hun laptop toch in de buurt waren. Helaas troffen zij hun vrienden niet thuis en zo werd besloten een kattebelletje achter te laten. Ik begrijp Lotje wel. Zij heeft zelf geen kattenbelletje. En nu lag het daar zomaar voor het oprapen. Weliswaar een kattebelletje zonder ‘n’. Maar wie hoort dat nou? Daar ga je toch van jubelen.
Brunhilde